Dierennamen in de bouw

“Er zat een aapje op een stokje, achter moeders keukendeur”

Zo luiden de beginregels van een oud kinderliedje, dat wellicht een aantal mensen nog kent. Wat veel mensen echter niet zullen weten is dat met de term “een aap op een stok” vroeger ook een met de handbediende heistelling werd aangeduid, waarbij het heiblok als een “aap” langs de heistelling op en neer danste. Het was een van de verrassende ontdekkingen die de heer J.A.M. Claassens* uit Bunde deed toen hij zich – bij toeval – eens ging verdiepen in het gebruik van de namen van dieren bij het benoemen van werkwijzen, materialen en grondstoffen, zoals die vroeger in de bouwkunde gebruikt werden. Benamingen, die in feite erg voor de hand lagen, omdat het dier in die tijd veel meer dan nu nog het geval is deel uitmaakte van de woon- en werksfeer van de bouwers van toen. Niet alleen op het platteland, maar ook in de steden. Maar ook benamingen, die bij nader inzien een andere bron hebben dan men zou denken, zoals bijvoorbeeld de term “hond” (een oppervlaktemaat), die niets met het trouwe huisdier, maar alles met het getal “honderd”te maken heeft. Of de naam “koekoek”die naar het oud Nederlandse woord voor kijken (koeken) te herleiden is. Als U zelf een verzamelhobby heeft, weet U hoe dat gaat. Het begint als een onschuldig tijdverdrijf; vrienden en kennissen ” dragen hun steentje bij”, en voordat je het weet ben je er aan verslaafd en zit je tot ’s avonds laat over de verzameling gebogen. Vaak komt dan het moment, waarop de vraag rijst of het niet leuk zou zijn anderen daarin te laten delen. Gedeelde vreugd is tenslotte dubbele vreugd. In het onderhavige geval komt daarbij dat het jammer zou zijn het verzamelde materiaal verloren te laten gaan voor bouwkundigen die op dit moment op die oude fundamenten voortbouwen Op de wisseltentoonstelling is geprobeerd die verloren gegane wisselwerking tussen natuur en cultuur, in dit geval tussen dierenrijk en bouwkunde, weer zichtbaar te maken.

 * De heer Claassens was 40 jaar werkzaam was in de volkshuisvesting, eerst bij de vereniging “Ons Limburg” en daarna bij het kantoor van het Nederlands Christelijk Instituut voor Volkshuisvesting te Heerlen

Jaar van de Boerderij

Door verstedelijking en ontwikkelingen in de agrarische sector staat het landelijk gebied onder druk en daarmee ook de landelijke bouwkunst. Historische boerderijen en erven zijn in hoge mate bepalend voor de identiteit en de belevingswaarde van het landelijk gebied. Veel boerderijen verliezen hun oorspronkelijke functie en worden gesloopt of ingrijpend verbouwd. Het project “2003 – Jaar van de Boerderij” is een initiatief van de Stichting Historisch Boerderij Onderzoek (SHBO) in Arnhem en is opgezet als landelijke manifestatie. Het plan is uitgewerkt in samenwerking met vertegenwoordigers van o.m. ministeries, musea, provincies, universiteiten en landbouworganisaties. Het doel is op de toekomst gerichte wijze bijdragen aan het behoud van deze gebouwen en aan de cultureel historische en landschappelijke waarde. Met ruimte voor nieuwe vormen en functies.

De inbreng van De Locht voor het “Jaar van de Boerderij”: – Het gebouwencomplex van De Locht laat in grote lijnen de bouwmethoden zien vanaf de late middeleeuwen tot begin 20e eeuw zoals op het Noord-Limburgse platteland gebruikelijk waren.

 – In Limburg zullen door het jaar in estafettevorm diverse activiteiten plaatsvinden. “De Locht” wordt vertegenwoordigd met zijn aspergeseizoen.

 – In de zomer van 2003 zal in het “Daglonershuisje” een aantal door het Limburgs Museum beschikbaar gestelde schilderijen tentoongesteld worden met als onderwerp: “Boerderijen”.

 – Een kleine permanente tentoonstelling: “Wij bouwen een Huis” vergezeld van een boekje onder dezelfde titel.

 – Tot 5 oktober de wisseltentoonstelling: “Dierennamen in de Bouw”