Een boekje open – Inhaalslag van Noord-Limburg tussen 1800 en 1950

Noord – Limburg is samen met Drenthe, Oost –Brabant, de Kempen en de Veluwe een van de zandgrondgebieden in Nederland. De bewoners van deze gebieden bewoonden en bewerkten doorgaans kleine boerenbedrijven (gemengd bedrijf) die net genoeg – en vaak te weinig – opbrachten om van de leven. Grotere bedrijven worden er alleen aangetroffen in de spaarzame stroken rivier- en beekklei. In Noord – Limburg is het niet anders. Anders is wel de ligging en daardoor een zekere isolatie, waardoor men achterop raakte.

Tussen Maas en Peel bevindt zich een oud graafschap: Kessel. Bij elkaar tien keer van eigenaar gewisseld. De laatste keer, in 1814, pas definitief bij Nederland. De Antillen waren al veel eerder Nederlands. Bijna al die vorige eigenaars keken niet om naar dit stukje armoedige zandgrond waardoor de plaatselijke baas – meestal de kasteelheer – zijn gang kon gaan. De bewoners moesten zichzelf bedruipen en daarin waren ze nog niet eens zo slecht. Al doende leerde men. De grond behoedzaam bewerken, woekeren met de weinige mest, voorzichtig zaaien. En dan het beste er van hopen. Bang voor het weer en voor Onze Lieve Heer. Hard werken en tevreden zijn met de opbrengst.

De tentoonstelling is als een prentenboek. U kijkt naar 150 jaar Noord – Limburg, van 1800 tot 1950:
Er was eens . . . Napoleon, die met het Franse leger Limburg bezette. Een man die alles op de schop nam. Er kwam wetgeving en structuur. Kadaster, Burgerlijke Stand, gemeentelijke herindeling en de dienstplicht. En helemaal nieuw was dat iedereen voor de wet gelijk was. Alles werd gecontroleerd door de bezettingsmacht. Niet dat het leven beter werd, dit gebeurt onder een bezetter hoogst zelden, maar toch.

Na 1814 nam koning Willem I van Nederland de meeste wetten en regels over en daar hebben wij nog dagelijks mee te maken. Ook het Land van Kessel bestaat nog steeds maar heet nu: kanton Horst.
Noord – Limburg bleef last houden van de geïsoleerde ligging. Een reis naar Den Haag duurde twee dagen en dan nog twee dagen terug. De bemoeienis vanuit Den Haag was minimaal.
In 1830 sloot Limburg zich aan bij België. Er volgden negen jaren van redelijke voorspoed. Toen weer terug bij Holland én ook bij Duitsland. Aan allebei belasting betalen waarvoor nagenoeg niets terugkwam. Separatisme, in 1848 neergeslagen. Wéér alles zelf doen, maar daar was men aan gewend. Onderwijs en gezondheidszorg worden opgezet door Duitse religieuzen. 1850 – 1880: een welvarende tijd. Er ontstaat meer cultuur: muziek, zang en toneel. Begin van een bloeiend verenigingsleven.
De komst van het spoor Eindhoven – Venlo haalt Noord – Limburg geleidelijk uit zijn isolement.

In 1883 ontstaat er een wereldwijde crisis die het Noord – Limburgse land niet onberoerd laat.
Na de nodige aarzeling beseft men dat samenwerking de enige oplossing is. Dit wordt voortvarend ter hand genomen. Hervormingen in de landbouw naar Belgisch voorbeeld. Het bank- en verzekeringssysteem naar voorbeeld van de Duitse Raiffeissenbank: de Boerenleenbank.
Coöperatieve zuivelfabrieken zijn eigen initiatief, Nederland begint dit Limburgse model over te nemen. Komst van Veiling en Boerenbond.
Kunstmest zorgt voor ontginningen. Dit alles staat er in 15 jaar tijd. Voor bewoners met weinig opleiding wonende in een geïsoleerd gebied een formidabele prestatie. Er komt een begin van land- en tuinbouw onderwijs.
De basis voor welvaart was hiermee gelegd. Landbouw wordt gecombineerd met tuinbouw en intensieve veehouderij. Er komt enige industrie, goed voor de werkgelegenheid. De pluimveehouderij wordt ook geschoeid op wetenschappelijke basis. De Eerste en Tweede Wereldoorlog, met in het interbellum een crisis. De Noord – Limburger wordt overlevingskunstenaar. Vanuit de achterhoede was de lange sprint langs het peloton ingezet om zich in de kopgroep te nestelen om deze positie niet meer prijs te geven.

Anno 2012: het ploeteren heeft de Limburger geen windeieren gelegd. De Rabo Bank, een van de meest solide banken ter wereld, de Nederlandse zuivelindustrie, beiden hebben hun bakermat in Zuidoost Nederland. Van de zandgrond! De veiling staat op het punt (in samenwerking met de veiling van Straelen) de grootste van Europa te worden. Klavertje Vier, een tuinbouwgebied in ontwikkeling net zo groot als Schiphol. De Floriade, internationaal uithangbord. Veiling + Klavertje Vier + Rabo + Floriade = Greenport.
Deelname aan Brainport: een samenwerkingsverband tussen de universiteiten en bedrijfsleven. De verwachting: na de Floriade werkgelegenheid voor 15.000 tot 25.000 mensen.

De Noord – Limburgers mogen trots zijn op wat er nu staat.