Bedstee of bedkoets

Bedstee of bedkoets

In Openluchtmuseum de Locht treft u in het woonstalhuisje en in de beste kamer van de boerderij een bedstee aan. Dat is een kleine afgesloten ruimte, met gordijnen of deuren ervoor. Die werd vaak tegen de wand van de kamer of keuken gebouwd. Eigenlijk is het een grote ingemetselde kast waarin een bed gemaakt is.

Tot begin 19e eeuw, op het platteland zelfs tot in de 20e eeuw, sliep iedereen in een bedstee. Naar onze begrippen is die erg klein. Niet alleen waren de mensen kleiner, maar men sliep half zittend. Bang als men was niet meer wakker te worden. Het idee was toen dat de bloedtoevoer naar de hersenen te groot was als je plat lag. Daaraan kon je dan overlijden.

Kinderen sliepen boven het voeteneinde van de ouders of in grote laden onder de bedstee. Hele gezinnen sliepen bij elkaar om de lichaamswarmte vast te houden. Zo profiteerden ze van elkaars warmte. Kou was destijds een groot probleem. ’s Avonds werd het vuur gedoofd voor de brandveiligheid. Dan werd het binnen in huis net zo koud als buiten. De oudere jongens sliepen op zolder.

Na het dorsen werd een zak van jute of linnen gevuld met het kaf of stro, vaak vermengd met kruiden tegen ongedierte. Dat was het onderbed of de matras. Eerst lag je hoog, maar geleidelijk zakte het in. Daarom werd het dagelijks opgeschud. Elk jaar opnieuw werden de bedzakken gevuld, in de oude vulling bevonden zich soms muizen en vlooien. Het kussen en dekbed waren gevuld met hooi, als je het kon betalen gingen er donsveren in.

Bij hevige kou kwam daar nog een schapenvacht overheen. Dan nog verloor je veel warmte via het hoofd. Om zich te beschermen tegen de kou en ook tegen luizen van anderen droeg men een slaapmuts of een nachtmutsje. Gerard Achten vermeldde dat, wanneer een gast bleef overnachten, deze er gezellig bij kroop in de bedstee. Van privacy had men waarschijnlijk in die tijd nog niet gehoord!

De bedkoets of bedbox diende hetzelfde doel als de bedstee, beschermen tegen de kou, maar het was een verplaatsbaar meubel. De rijkeren hadden mooie exemplaren, vervaardigd door een meubelmaker, met bovenaan de voorkant en/of de zijkant deurtjes en onderin laden. Soms waren die bedkoetsen fraai beschilderd.

Halverwege de 20e eeuw verdwenen bedstee en bedkoets. Door het gebruik van baksteen, het verwarmen met kachels en fornuizen en het slapen onder wollen dekens was het niet meer zo koud in de huizen. Bedkoetsen treft u nog slechts aan in musea.

Een groot verschil met de huidige tijd. Wij hebben een eigen verwarmde slaapkamer.