Vastenpot

Vastenpot

De vastentijd. In o.a. het katholieke geloof werd deze tijd gebruikt voor een stukje bezinning, omdat Christus geleden had voor onze “zonden”.
Wij moesten ook wat doen in die tijd. Vasten was het devies. Dus de volwassenen aten wat minder dan normaal, tweederde van wat je gewend was om te eten. Op vrijdag werd er geen vlees gegeten. Trouwens het gehele jaar door werd er op vrijdag geen vlees gegeten. Bij ons thuis kwam dat neer op een haring in het zuur op vrijdag. Bepaalde zware beroepen waren vrijgesteld van het vasten.

Wat deden de kinderen? Niet snoepen. Nou werd bij ons thuis toch al niet veel gesnoept. Hooguit een of twee snoepjes per week als de bakker kwam en op zondag een sinaasappel.
We waren met zes kinderen bij ons thuis. Mijn ouders vonden dat de middenstand geholpen moest worden. Dus er kwamen drie bakkers door de week. Ook al moesten ze met hun bakfiets 4 km over een zanderige binnenweg.
Wij kregen allemaal een groot inmaakglas en daar ging het snoep in.
Nou, wij kregen nooit zoveel snoep als in de vasten. Als de bakker kwam, dan vroeg hij: wil je een snoepje? Doe je het in de vastenpot? Dan kregen we allemaal wat extra. Op zondag werd de sinaasappel verruild voor een lolly of reep Kwatta. Het zilverpapier hiervan werd gespaard voor de arme kinderen in de missie.

Wij bewaarden de snoepjes de gehele vasten en aten er echt niet van. Alleen keken we vaak naar die pot, met de kleurige snoepjes.
Op zondag mochten we ze tellen. Zaten we met z’n zessen aan tafel en stiekem schuin kijken of er iemand misschien een paar snoepjes meer had. Was misschien bij de buurvrouw geweest of had een boodschap moeten doen. Iedere zondag weer de zuurtjes en andere zoetigheden tellen, die door de weken heen steeds plakkeriger werden van onze warme handjes. Later zaten de zuurtjes als brokken aan elkaar. Als op Paaszaterdag de klokken van Rome terugkwamen om 12.00 uur, dan mocht de vastenpot open. Dan hadden wij onze boete gedaan en konden we uitbundig snoepen.

Heeft het zin gehad? Ik denk dat het goed was, en dat we er iets mee geleerd hebben. Het iets niet mogen hebben, als je graag wilde en er ook vanaf blijven. Het bracht ons wat discipline bij .
En wat doe ik nu: Ik snoep niet in de vasten, doe alles in de vastenpot en nodig mijn kleinkinderen met Pasen uit om samen de pot te “lichten”.

Jan Huys
Broekhuizen.